Het kasteel van Methoni – eigenlijk een versterkte stad – is een van de belangrijkste en mooiste kastelen in Griekenland. Het werd gebouwd door de Venetianen na 1209 op een rots die de zee in steekt en door een gegraven gracht van het land werd gescheiden.
Vandaag de dag is het fort, hoewel in puin, indrukwekkend. Het kasteel van Methoni beslaat het hele gebied van de rots tot het kleine eilandje dat is versterkt met een achthoekige toren en wordt aan drie zijden beschermd door de zee. Het noordelijke deel, dat naar het land kijkt, is door een zwaar versterkte muur en verhoogd gedeelte beschermd tegen aanvallen vanaf land.
Geschiedenis
Op de plaats van het kasteel van Methoni is sinds de oudheid al sprake van een stad. Homerus en Pausanias benoemen de stad al als o.a. Pedasos, Mothoni, Mothon. Tijdens de 4e eeuw voor Chr. werd de stad versterkt en bleef een zelfstandige stad tot zelfs in de Romeinse tijd. Door de eeuwen heen is Methoni altijd een belangrijke havenplaats en één van de machtigste steden van de Peloponessos gebleven.
Sinds de 12e eeuw wilden de Venetianen Methoni innemen omdat het midden op hun route van Venetië naar het Oosten lag. In 1206 was het zover dat Methoni werd bezet en in 1209 werd er een verdrag getekend met Geoffrey de Villehardouin waardoor uiteindelijk een groot deel van de Peloponessos door de Venetianen bezet werd. Methoni werd door de Venetianen goed versterkt waardoor het zich kon ontwikkelen tot een belangrijk handelscentrum met grote welvaart.
Dit trok de aandacht van de Ottomanen die het idee koesterden om het gebied te veroveren. Na een bloedige strijd veroverden de Turken Methoni op 9 augustus 1500. De eerste periode van 300 jaar Venetiaanse bezetting was voorbij. De bestaande bevolking was uitgeroeid en nieuwe bewoners vanuit omliggende dorpen werden aangevoerd om de stad weer te bevolken. De eerste periode van Turkse (Ottomaanse) bezetting was een feit. Zij bezetten Methoni tot 10 juli 1686; de dag dat zij zich overgaven aan de Venetianen, waarmee een (korte) 2e periode van Venetiaanse bezetting begon. Wederom werden (omdat de bestaande bevolking was uitgeroeid) nieuwe bewoners uit andere delen van het land naar Methoni getransporteerd. Nog geen 30 jaar later, in 1715, waren de Turken terug en belegerden Methoni. De Venetianen gaven zich over en verdwenen. In deze periode werd er geen onderhoud gepleegd aan de versterkte stad, de stad verloederde, de bevolking nam af, de kantelen en andere delen van de muren waren in slechte staat en de haven was ondiep geworden.
Toen in 1821 de Griekse opstand tegen de Turkse bezetters begon, werd Methoni niet door de Grieken terug veroverd. In 1825 werd Pasha Ibrahim door de Turkse bezetter naar Methoni gestuurd om van daaruit de Grieken te bevechten. In 1829 werd ook Methoni uiteindelijk door o.a. de Fransen, onder leiding van generaal Maison, bevrijd.
Structuur, fortificatie en gebouwen
De ingang bevindt zich in het midden van de noordkant en is toegankelijk via een stenen brug met 14 bogen, die over de gracht werd gebouwd door de Franse ingenieurs die generaal Maison vergezelden in 1829. De toegangspoort eindigt in een ronde boog aan de rechterkant. In de muur aan de landzijde zien we een plaquette met een reliëf van het wapen van een belangrijke Venetiaanse familie. Op verschillende delen van het fort zijn er Venetiaanse emblemen met de gevleugelde leeuw van St. Mark en inscripties te zien.
Direct na de centrale poort is een geplaveide weg die door een tweede en een derde poort het kasteel in gaat, waar de stad Methoni was. Het was van het noordelijke (militaire) deel gescheiden door een lage muur (ongeveer 6 meter) ), versterkt met vijf torens (vier vierkanten en één achthoekig).
In de grote binnenruimte zijn ruïnes van de huizen waar de Venetiaanse heren leefden tijdens de Venetiaanse periode, de geplaveide straat die leidde naar de zeepoort, de ruïnes van een Turks bad, de Byzantijnse kerk van St. Sophia, delen van Dorische pilaren, een monolithische granieten pilaar (1493/4), met een kapiteel in Byzantijnse stijl, dat verondersteld werd ofwel de gevleugelde leeuw van Venetië of de buste van Morozini te zijn. Dat is waarom het “Morozini’s stele” wordt genoemd.
Aan de linkerkant van de ingang (vanuit de binnenzijde gezien) zijn de ruïnes van het gebouw dat Pasha Ibrahim gebruikte als woning in 1825 en later generaal Maison. In het interieur van het kasteel zijn ook een paar cisternen (waterkelders).
Op het zuidelijke deel van de muren staat de spectaculaire zeepoort. Het bestaat uit twee hoge vierkante torens (16 meter), verbonden door een platform (ongeveer 18 meter lang en 6 breed) en bekroond met bastions. De torens zijn gebouwd met grote poreuze stenen en hadden kamers in hun interieur. Een geplaveid stuk strekt zich uit over een kleine brug naar het kleine versterkte eilandje Bourtzi. Dit is de plaats waar veel soldaten en inwoners van Methoni werden afgeslacht, toen de Turken het fort in 1500 bezetten.
Bourtzi dateert uit de periode na 1500 en is vaak als gevangenis gebruikt. Het heeft een achthoekige toren met twee verdiepingen. Op elke verdieping is een borstwering met bastions. De toren eindigt in een ronde koepel. Onder de begane grond bevond zich een waterkelder. Het geheel dateert uit de eerste periode dat de Turken het fort bezetten.
Het westelijke deel van de muren is niet zo goed gebouwd als de andere. De muur werd versterkt met 5 vierkante torens, ze dateren uit de eerste Venetiaanse periode. Dit deel met de rotsen en de ruige zee maakt het moeilijk om het kasteel aan te vallen en dit is waarschijnlijk de reden waarom er niet veel aandacht aan de constructie werd besteed. Bovendien lijkt dit deel van het kasteel minder schade te hebben geleden, evenals minder reparaties.
De oostkant van de muren lag aanvankelijk ook aan zee. Tegenwoordig ligt het strand voor een groot deel ervan. Parallel aan de oostelijke muur, tot aan de Bourtzi, was een pier. Hier ontstond een kleine versterkte haven terwijl de grote naar het noordoosten liep waar schepen naar toe konden worden getrokken. De muur was aan deze zijde versterkt met torens. De lange oostkant heeft veel reparaties ondergaan, uitgevoerd op de eerste Venetiaanse kantelen van de 13e eeuw, voornamelijk tijdens de tweede Venetiaanse bezetting en de Turkse bezetting. In een van de torens zijn delen van het Byzantijnse fort bewaard gebleven. Aan de oostkant was een kleine poort beschermd door een toren. Aan de zuidoostkant zijn de ruïnes van een Turkse toren bewaard gebleven.